Burger Partij Amersfoort ( BPA )

BPA

College van B&W der Gemeente Amersfoort                                

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper,                       Amersfoort, 8 februari 2005.

                                                                                                             

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

Inleiding:
De problematiek van stralingsgevaar rondom zowel elektriciteitsmasten, elektriciteitshuisjes, maar ook GSM en UMTS spitst zich in toenemende mate toe op de gevaren voor de volksgezondheid.
Steeds meer studies geven twijfel aan over de effecten van de straling voor mens en dier. Merkwaardig kantelpunt van deze discussie is dat voor de formele wetenschappelijke benadering daarbij de fles halfvol is (‘zolang niet onomstotelijk is bewezen dat het van straling komt is er niets aan de hand’) en voor de natuurgeneeskundige benadering half leeg (‘zolang we niet weten of het veilig is moeten we uiterste voorzichtigheid betrachten’). Een discussie die doet denken aan de vroege dagen van de grondvervuiling toen het wonen boven voormalige stortplaatsen ook wetenschappelijk acceptabel werd geacht. Inmiddels weten we, ten koste van veel leed en geld, beter.

Zolang de stralingsdiscussie nog loopt dienen o.i. mensen de eigen verantwoordelijkheid te kunnen beleven. Inzicht in de gevaren, en met name de kans dat men gevaar loopt, geeft de bewoners de gelegenheid zelf keuzen te maken.

 

Bovenstaande brengt ons tot de volgende vragen:

  1. Kan het college inzicht geven in de plaatsing van alle stralingsrelevante objecten                       ( elektriciteitsmasten, elektriciteitshuisjes, maar ook alle GSM en UMTS antennes ) in Amersfoort voor zowel burger-, medische-, als defensiedoeleinden door het beschikbaar stellen van een duidelijke kaart waarop al deze objecten zijn aangegeven (incl. aard en evt. vergunning)?
  2. Kan het college inzicht geven in de voorgenomen plaatsing van dergelijke objecten?
  3. Kan het college aangeven op welke gebouwen/plaatsen bij voorbaat toestemming zal worden gegeven voor de plaatsing van stralingsobjecten, bij voorbeeld door de aard ervan of doordat er reeds objecten staan?
  4. Is het college bereid deze kaart op te nemen in de Stadsberichten?
  5. Kan het college aangeven wat de status rondom de problematiek van de elektriciteitsmasten in Nieuwland is, waar immers wel van vast staat de straling, met name voor kinderen, uiterst kritisch en derhalve onacceptabel is?

 

Wij wijzen u er nogmaals op dat elke burger recht heeft op eigen keuzen en dat pas kan doen op basis van de feitelijke wetenschap of er in zijn of haar omgeving stralingsbronnen aanwezig zijn. Wij verzoeken u dan ook ons met spoed inzicht te verschaffen in de aanwezigheid en aard van alle potentieel gevaarlijke stralingsbronnen.

 

In afwachting van uw spoedige antwoorden,

 

namens de BPA,  Gerard van Vliet, Hans van Wegen,

 

__________________________________________________________________________________

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 1 maart 2005).

__________________________________________________________________________________

 

Antwoorden:

1.       Het in kaart brengen van al deze stralingsrelevante objecten zou een onvolledig beeld geven. Technisch gezien is het namelijk niet mogelijk om al deze objecten te achterhalen. Het college kan en wil dit verzoek dan ook niet inwilligen;

2.       Alleen als een bouwaanvraag is ingediend of een milieuvergunning is aangevraagd kan het college inzicht geven in een dergelijke plaatsing;

3.        Veel van deze objecten zijn op basis van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningsplichtige bouwwerken vergunningsvrij. De gemeente kan hierin niet sturen. In die gevallen waar een bouwvergunning noodzakelijk is, moet worden getoetst of de aanvraag binnen het vigerende bestemmingsplan past. Als dit het geval is, mag het college van B&W een bouwvergunning niet weigeren. In gevallen waar een dergelijke aanvraag niet binnen het bestemmingsplan past, moet worden overwogen of vrijstelling kan worden verleend. Als het gaat om GSM-installaties (en de daarmee gelijk te stellen UMTS-installaties) heeft de gemeenteraad op 22 februari 2000 beleidsregels vastgesteld. Hierin is aangegeven in welke situaties zal worden meegewerkt aan een dergelijke vrijstelling. In art. 6 van deze beleidsregels is o.a. opgenomen dat de aanvrager een verklaring moet overleggen waaruit blijkt dat de door de Gezondheidsraad opgestelde blootstellingslimieten niet worden overschreden. Voor de volledigheid verwijzen wij u naar deze vastgestelde beleidsregels;

4.       Gelet op het bovenstaande is het niet mogelijk om op voorhand op een kaart aan te geven op welke locaties medewerking zal worden gegeven;

5.        Begin 2003 zijn door het CDA en de Lijst Özcan vragen gesteld over de mogelijke gezondheidsrisico’s van de hoogspanningsleidingen in Nieuwland. Het College heeft de GGD opdracht gegeven om een onderzoek uit te laten voeren. Kortheidshalve verwijzen wij u naar  B&W-besluit  reg. nr. 1302659 en de bijbehorende B&W-nota reg. nr.1300301. Tot op heden heeft het ministerie geen nieuw beleid ontwikkeld.