BPACollege
van B&W der Gemeente Amersfoort T.a.v.
de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper, Amersfoort, 8 februari 2005. Geachte
mevrouw van Vliet-Kuiper, Op
grond van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van
Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W
stellen. Inleiding: Zolang de stralingsdiscussie
nog loopt dienen o.i. mensen de eigen verantwoordelijkheid te kunnen beleven.
Inzicht in de gevaren, en met name de kans dat men gevaar loopt, geeft de
bewoners de gelegenheid zelf keuzen te maken. Bovenstaande
brengt ons tot de volgende vragen:
Wij wijzen u er nogmaals op dat elke burger recht
heeft op eigen keuzen en dat pas kan doen op basis van de feitelijke wetenschap
of er in zijn of haar omgeving stralingsbronnen aanwezig zijn. Wij verzoeken u
dan ook ons met spoed inzicht te verschaffen in de aanwezigheid en aard van
alle potentieel gevaarlijke stralingsbronnen. In
afwachting van uw spoedige antwoorden, namens
de BPA, Gerard van Vliet, Hans van
Wegen, __________________________________________________________________________________ ANTWOORD van burgemeester en
wethouders (verzonden d.d. 1 maart 2005). __________________________________________________________________________________ Antwoorden:
1.
Het
in kaart brengen van al deze stralingsrelevante objecten zou een onvolledig
beeld geven. Technisch gezien is het namelijk niet mogelijk om al deze objecten
te achterhalen. Het college kan en wil dit verzoek dan ook niet inwilligen; 2.
Alleen
als een bouwaanvraag is ingediend of een milieuvergunning is aangevraagd kan
het college inzicht geven in een dergelijke plaatsing; 3. Veel van deze objecten zijn op basis van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningsplichtige bouwwerken vergunningsvrij. De gemeente kan hierin niet sturen. In die gevallen waar een bouwvergunning noodzakelijk is, moet worden getoetst of de aanvraag binnen het vigerende bestemmingsplan past. Als dit het geval is, mag het college van B&W een bouwvergunning niet weigeren. In gevallen waar een dergelijke aanvraag niet binnen het bestemmingsplan past, moet worden overwogen of vrijstelling kan worden verleend. Als het gaat om GSM-installaties (en de daarmee gelijk te stellen UMTS-installaties) heeft de gemeenteraad op 22 februari 2000 beleidsregels vastgesteld. Hierin is aangegeven in welke situaties zal worden meegewerkt aan een dergelijke vrijstelling. In art. 6 van deze beleidsregels is o.a. opgenomen dat de aanvrager een verklaring moet overleggen waaruit blijkt dat de door de Gezondheidsraad opgestelde blootstellingslimieten niet worden overschreden. Voor de volledigheid verwijzen wij u naar deze vastgestelde beleidsregels; 4.
Gelet
op het bovenstaande is het niet mogelijk om op voorhand op een kaart aan te
geven op welke locaties medewerking zal worden gegeven; 5. Begin 2003 zijn door het CDA en de Lijst Özcan vragen gesteld over de mogelijke gezondheidsrisico’s van de hoogspanningsleidingen in Nieuwland. Het College heeft de GGD opdracht gegeven om een onderzoek uit te laten voeren. Kortheidshalve verwijzen wij u naar B&W-besluit reg. nr. 1302659 en de bijbehorende B&W-nota reg. nr.1300301. Tot op heden heeft het ministerie geen nieuw beleid ontwikkeld.
| ||